Wat is rucking en waarom is het zo goed voor je?
Ben je op zoek naar een manier om meer te bewegen, sterker te worden én af te vallen, zonder dure sportschool? Dan is rucking misschien iets voor jou. Het klinkt misschien als een hippe term uit de sportwereld, maar eigenlijk is het verrassend simpel: rucking is wandelen met extra gewicht op je rug, meestal in een rugzak. En juist die eenvoud maakt het zo krachtig.
Waar komt rucking vandaan?
Rucking komt oorspronkelijk uit het leger. Militairen moesten lange afstanden lopen met zware bepakking. Dat bleek niet alleen goed voor hun conditie, maar ook voor kracht, uithoudingsvermogen en mentale weerbaarheid. Inmiddels is rucking buiten het leger een populaire trainingsvorm geworden, vooral omdat het effectief en laagdrempelig is.
Waarom zou je aan rucking doen?
Rucking heeft meerdere voordelen:
- Je verbrandt meer calorieën dan met gewoon wandelen. Door het extra gewicht werk je harder, ook al voelt het misschien niet zo.
- Je versterkt je spieren. Vooral je benen, billen, rug en buikspieren worden aan het werk gezet.
- Je traint je hart en longen. Het is een vorm van cardio die ook je conditie verbetert.
- Je belast je gewrichten minder dan met hardlopen. Daardoor is rucking geschikt voor veel mensen, ook als je wat zwaarder bent of snel last krijgt van je knieën.
- Je kunt het altijd en overal doen. Je hebt alleen een stevige rugzak nodig en wat gewicht (zoals boeken, flessen water of zandzakken)
Hoe begin je met rucking?
Begin rustig. Start met een lichte rugzak (bijvoorbeeld 5 tot 10% van je lichaamsgewicht) en loop een normale afstand die je al gewend bent, bijvoorbeeld een half uur. Je kunt het gewicht langzaam opbouwen naarmate je sterker wordt.
Een paar tips:
- Gebruik een rugzak met goede schouderbanden en eventueel een heupband.
- Zorg dat het gewicht stevig en dicht tegen je rug zit. Dat voorkomt dat het gaat schuiven of trekken aan je schouders.
- Draag stevige schoenen. Wandelschoenen of sportschoenen met voldoende steun zijn ideaal.
